Exodus bij Rutgers & Posch: drie medeoprichters en teams vertrekken

Het Amsterdamse advocatenkantoor Rutgers & Posch ziet drie partners annex medeoprichters en hun teams vertrekken. Gerard Endedijk en Maarten Vink beginnen per 1 juli een eigen kantoor, terwijl Hendrik Jan Schimmel en team (foto) de corporate vastgoedpraktijk voortzetten bij Taylor Wessing.

Endedijk – in het verleden ook managing partner van Rutgers & Posch – en Vink starten samen een boutique kantoor voor commerciële geschillen: Lennox Litigation. Vanuit Rutgers & Posch verkast ook Romée Reitsma met hen mee. Een vierde, nog bekend te maken partner versterkt de gelederen na de zomervakantie, geeft Endedijk desgevraagd aan.

Schimmel neemt drie Rutgers & Posch-advocaten mee naar Taylor Wessing, dat er kortom in één klap vier vastgoedadvocaten bij krijgt. Naast Schimmel zijn dit Fabian Stevens, Adriaan Quist en David Weinstein.

Dat twee teams tegelijkertijd Rutgers & Posch verlaten, is puur toeval, bezweert Endedijk. “Wij wisten niet waar Schimmel mee bezig was.” Er is dan ook geen sprake geweest van onmin of interne conflicten als oorzaak van het vertrek, zegt hij. “Natuurlijk zijn er in de afgelopen acht jaar wel eens stormpjes en rimpelingen geweest, maar die hebben niets te maken met wat nu gebeurt.”

Zelfstandig scherper profileren

Met zijn compagnon Maarten Vink besloot Endedijk (foto links) het nieuwe avontuur aan te gaan nadat ze merkten hoe de markt ‘scherper aan het segmenteren is’. “Onze trouwe cliënten hebben meer behoefte aan een kleiner kantoor dat specifiek is gericht op zakelijke geschillenbeslechting,” legt Endedijk uit. “Bij Rutgers & Posch kwamen deze cliënten ook echt voor ons. Om het plat te zeggen: ze kwamen voor de vent, niet voor de tent. Op die behoefte spelen we in door ons eigen kantoor te beginnen. Zelfstandig kunnen we ons scherper profileren.”

Zodoende richt Lennox Litigation richt op geschillenbeslechting voor zakelijke, zowel nationale als internationale cliënten, die de ‘rust en expertise’ van ervaren advocaten zoeken. Endedijk spreekt in het kader van het sleutelwoord ‘rust’ van een meer holistische benadering die hij en zijn kantoorgenoten willen voorstaan. “Niet enkel kijken naar de letter van de wet, maar zien of we kunnen komen tot een oplossing voor een geschil waarmee iedereen tevreden is.”

Internationale setting

Hendrik Jan Schimmel bevestigt dat hij geheel los van zijn collega’s Endedijk en Vink behoefte had aan een nieuwe uitdaging. “Ik dacht altijd dat ik tot aan mijn pensioen bij Rutgers & Posch zou blijven, maar deze kans konden we niet laten lopen.”

Die kans is kortom het met zijn team toetreden tot een groter, internationaal advocatenkantoor: Taylor Wessing. “Ik denk dat we in een internationale setting nog beter uit de verf kunnen komen,” aldus Schimmel. “Bovendien beschikt Taylor Wessing in tegenstelling tot Rutgers & Posch over een notariaat. Ik heb gemerkt dat onze cliënten daar grote behoefte aan hebben, zeker bij omvangrijke corporate vastgoedtransacties. Ik denk dan ook dat deze stap onze slagkracht als team flink gaat vergroten.”

Koerswijziging Rutgers & Posch

Rutgers & Posch werd begin 2013 opgericht door zes advocaten afkomstig van de Zuidas-kantoren Houthoff, DLA Piper, Stibbe en Freshfields. Het kantoor groeide snel door tot circa veertig advocaten en veroverde daarmee enkele jaren een notering in de advocatuur-top 50 van Advocatie. De Britse website The Lawyer riep Rutgers & Posch zelfs twee keer uit tot ‘Benelux law firm of the year’.

Nu verandert het kantoor noodgedwongen van koers: volgens een persbericht over de ‘veranderingen bij Rutgers & Posch’ gaat het kantoor zich nadrukkelijker richten op corporate M&A en aanverwante praktijken, zoals kapitaalmarkten, litigation, insolventie, herstructureringen en arbeidsrecht.

“Vanzelfsprekend betreuren wij het vertrek van de drie partners,” zegt managing partner Inge de Laat, die ruim twee jaar terug het stokje overname van Endedijk. “Zij hebben hard gewerkt aan de groei en het succes van dit bijzondere kantoor. Hun vertrek geeft ons de gelegenheid om onze marktpositie steviger neer te zetten. We hebben dan ook veel vertrouwen in een toekomst waarin we ons nog duidelijker zullen profileren als een corporate gespecialiseerd kantoor.”

Bron