Grapperhaus stelt onderzoek in naar strengere eisen aan landsadvocaat

Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) heeft twee hoogleraren ingeschakeld om te laten onderzoeken of het mogelijk is striktere eisen te stellen aan landsadvocaat Pels Rijcken. Dit blijkt uit zijn antwoorden op Kamervragen van SP’ers Van Nispen en Leijten over de fraudezaak bij Pels Rijcken.

SP-Kamerleden Michiel van Nispen en Renske Leijten legden vorige maand Ferd Grapperhaus het vuur aan de schenen over de fraudezaak rondom wijlen Pels Rijcken-notaris Frank Oranje. Van Nispen en Leijten wilden onder meer van Grapperhaus weten of het BFT – de notariële toezichthouder – wel genoeg capaciteit heeft om zijn toezichthoudende taak goed uit te kunnen voeren, en of de overheid – gezien de gebeurtenissen – nog wel zaken kan blijven doen met de huidige landsadvocaat.

Twee hoogleraren

Grapperhaus heeft inmiddels geantwoord. Volgens hem zijn er geen aanwijzingen dat de betrouwbaarheid van de dienstverlening van Pels Rijcken ‘op dit moment en voor de voorzienbare toekomst’ onvoldoende is gewaarborgd. Toch geeft Grapperhaus te kennen dat hij laat onderzoeken of de overheid strengere eisen moet stellen aan de landsadvocaat. Hiervoor wordt advies ingewonnen van externe deskundigen ‘met betrekking tot de vraag wat passende eisen en verantwoordingsverplichtingen zijn op het gebied van praktijkuitoefening en bedrijfsvoering’ die de overheid kan stellen aan (het kantoor van) de landsadvocaat.

Deze externe deskundigen zijn de hoogleraren Tom Ottervanger (Universiteit Leiden) en Bob Hoogenboom (Nyenrode Business Universiteit). Ottervanger is gespecialiseerd in het mededingingsrecht en raadsheer-plaatsvervanger bij het Haagse gerechtshof. Hoogenboom is hoogleraar forensic business studies en expert op het gebied van fraude en compliance. “Gestreefd wordt naar een afronding van dit advies voor 1 september aanstaande. Het advies zal ik ook met uw Kamer delen,” schrijft Grapperhaus.

Bij dit advies zullen ook conclusies uit andere – nog lopende – onderzoeken worden meegenomen. Zo bestuderen het BFT en de deken van de Haagse Orde van Advocaten de fraudezaak, en het Openbaar Ministerie doet eveneens onderzoek, maar na de zelfdoding van Oranje is dat op een laag pitje komen te staan.

Geen nalatigheden

Houthoff heeft zijn onderzoek naar de fraudekwestie reeds afgerond. Het kantoor deed research naar 21 zaken, vanaf 2015, waarin Oranje heeft gewerkt. Vier zaken in het onderzoek zijn ‘nader beoordeeld’, waarbij Houthoff op geen ‘bijzondere verrichtingen of nalatigheden’ is gestuit. Grapperhaus heeft de resultaten van het Houthoff-onderzoek bij zijn Kamerbrief gevoegd.

Pels Rijcken heeft zelf Deloitte onderzoek laten doen naar de zaak. Het kantoor van de landsadvocaat besloot nadien zijn huisregels voor meer interne controle en het voorkomen van fraude aan te scherpen. Inmiddels heeft de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) naar aanleiding van de fraudezaak aangekondigd het notariaat strenger te gaan controleren.

Voldoende fte bij BFT?

Verder weidt Grapperhaus onder meer uit over de financiële middelen en capaciteit van het BFT. De demissionair minister stelt dat er de afgelopen jaren flink is geïnvesteerd in het BFT: de notariële toezichthouder heeft er extra budget bijgekregen voor de doorontwikkeling van de organisatie. “Zoals in het jaarverslag BFT 2020 is te lezen was de verstrekte subsidie in 2019 €7.060.789 en in 2020 €7.865.000. In 2018 bedroeg de subsidie nog € 5.864.701. […] Wij gaan er gezien de recent doorgevoerde versterkingen van uit dat het BFT op dit moment voldoende capaciteit heeft voor haar taken.”

De SP wilde nog meer specifiek weten of de 6 fte die het BFT heeft aan toezichtcapaciteit, wel voldoende is voor het financieel toezicht op notarissen. Ook hierover schept Grapperhaus meer duidelijkheid. “Het genoemde fte-cijfer kwam uit het jaarverslag 2019,” zegt hij. “Met de toegekende extra subsidie is de capaciteit van het BFT uitgebreid. Dit was nodig om het toezicht kwantitatief te versterken, kwalitatief relevanter en impactvoller te maken voor de onder toezicht staande beroepsgroepen.”

Alle antwoorden van Grapperhaus op de Kamervragen van Van Nispen en Leijten leest u hier.

Bron